Ene van Zundert, hoofdstuk 8, Jack Nouws


'Je waardeert Zundert pas als je weg bent'

Jack Nouws
Geboren in Zundert, 1960
Schrijver
Woont in Utrecht

In de voortuin van zijn woning in de opgewaardeerde Utrechtse volkswijk nemen dahlia's en zonnebloemen de plaats in van de gezellige zitjes, waarvoor zijn buren in het algemeen de voorkeur hebben. Jack Nouws houdt echter nog gewoon residence in de achtertuin. Hij maalt koffie van echte bonen, klopt melk van echte melk en houdt zo nog een stukje verleden in leven.

Hij  heeft blijkbaar iets met het verleden. Hij aanbidt Zundert, verafgoodt Zundert. In praktisch al zijn boeken, verhalen of columns komt het dorp voor. Maar het is meestal wel het Zundert van lang geleden. Van toen de melkfabriek er nog stond en toen Jack nog met zijn vader eieren rondbracht in het dorp
,,Ik weet zelf niet hoe het komt, dat ik steeds maar over Zundert blijf schrijven.
Het is zelfs gek, want van 1972 tot en met 1985 voelde ik me nauwelijks betrokken bij het dorp. Ik ging in Etten-Leur naar school en ook nadat ik mijn vwo-diploma had behaald en in Utrecht op kamers woonde, bleef ik in Etten uitgaan. Het was pas in 1985, tijdens de kunstmanifestatie Autour de Vincent, dat ik weer actief werd in Zundert.”

,,Wim Voermans, hoogleraar strafrecht in Leiden en oud-Zundertenaar, zegt altijd: Iedereen die Zundert verlaat neemt de kerktoren op zijn rug mee. En ook: Je leert Zundert pas waarderen als je er bent weggegaan.  Ik denk dat dat waar is. Voor mij geldt het in ieder geval, ware het niet dat het Zundert dat ik beschrijf verdwenen is achter rotondes en nieuwbouwwijken. Ik realiseer me best dat ik er op die manier een soort Spakenburg, of zo je wilt, een beetje Volendam van maak. Je kunt het verleden niet vasthouden. Zelfs het Zundert van Sjef Hendrikx, slager te Zundert, is verdwenen.”
Slager Hendrikx, Zunderts Croma-specialist, was het onderwerp van één van Jacks eerste uitgaven. In eigen beheer gedrukt, en geschreven onder pseudoniem, verblijdt hij vanaf 1984 de wereld,  en meer bepaald Zundert,  met kleine bescheiden boekjes, iets groter dan de ouderwetse Pixieboekjes. Ze gaan beurtelings over Van Gogh, of over Zundert, zijn twee grote liefdes.
In 1985 publiceert hij het boekje: De modellen van Van Gogh, gekopieerde foto’s van onder meer het Bintje en de Eigenheimer. Een uitzondering vormt het boekje dat hij in 1986 uitbrengt. Waar iedereen weer zit te wachten op een nieuwe, al dan niet humoristische, hommage aan Van Gogh komt Jack met een kleurboek voor boven de 18. Licht pornografische plaatjes, waarbij de snuffelaar vergeefs zoekt naar verwijzingen naar Van Gogh. Ze zijn er niet. Toch komt het boekje in het Van Goghjaar 1990 opnieuw uit.
Dat jaar komt Nouws ook met een Van Gogh/boekje. Een serieuze uitgave ditmaal. In de novelette De Ekster in de Acacia speelt hij met het gegeven hoe het zou zijn gegaan als de eerste Vincent van Gogh niet als baby was gestorven. ,,Zo iets intrigeert me. Wat zou er gebeurd zijn als…”

De boeken en boekjes die hij uitgeeft zijn aanvankelijk allemaal onder pseudoniem. Hij verspreidt zijn werk onder de naam Gerrit de Boer als het om grappige zaken gaat, als Chantal Ophoff wanneer hij wil profiteren van de positieve discriminatie van vrouwen,  en als E.C. Verhaeren als hij serieuze verhalen schrijft, zoals het tere geschriftje Awijd, Awijd, over zijn gehandicapte zus.
,,Het eerste wat ik schreef was voor de schoolkrant in Etten-Leur. Onder pseudoniem. Ik vond het heerlijk als mijn stukjes in de klas werden besproken terwijl ik er pal naast zat. Als je een boek publiceert, krijg je shit over je heen, daar kun je op wachten. Op deze manier voelde ik me wat veiliger voor de kritiek. Het heeft even geduurd voor ik hardop durfde te zeggen dat ik  schrijver was. Dat was zo’n beetje in 1993. Sindsdien schrijf ik ook onder mijn eigen naam.´´

In tegenspraak tot het verstoppertje spelen met de pseudoniemen lijkt Jacks gewoonte om via zijn uiterlijk wel heel erg herkenbaar te zijn. Donkere kleren, veel zwart en grijs, colbertjes en stropdassen, sinds 1983 gecombineerd met een zwarte jaren 60-bril, maken hem tot iemand die opvalt in het publiek.
Vooral de bril maakt zoveel furore,  dat de naam Jack Nouws-bril in Zundert voldoende is om iemands nieuwe montuur te omschrijven.
Zelf is hij verbaasd dat zijn kleding dit effect heeft. ,,Ik draag het niet om op te vallen, maar omdat ik het mooi vind. Net zoals ik eigenlijk alles uit de jaren 60 mooi vind.”
De zwarte bril, tegenwoordig minder opvallend omdat de huidige modekoningen hem eindelijk gelijk hebben gegeven, wordt anno 2003 aangevuld met een leesbril.  Want ook Jack wordt ouder. En wijzer. In zijn woning in Utrecht mijmert hij over de aanschaf van een kast die een deel van de bar bij de open keuken moet vervangen. Aan de muren hangen nauwelijks schilderijen. Ook daar hebben hij en zijn partner nog geen beslissing genomen. Bij de eettafel staat een kinderstoel.

Nog steeds heeft hij de neiging om zich te verstoppen. Hij is het gelukkigst als ie, gans alleen, achter zijn bureau zit te schrijven. Maar áls hij schrijft, gaat het wel over ontmoetingen met mensen. ,,Dat is paradoxaal, ik weet het, want om te kunnen schrijven moet ik wel onder de mensen komen. Ik heb altijd willen schrijven. Het was óf met taal bezig zijn óf beroepsfotograaf worden. Maar daar was ik weer te verlegen voor.”
Het is opvallend dat hij nog geen boek of boekje heeft gewijd aan het Bloemencorso. terwijl ook dat zo’n belangrijk deel uitmaakt van de Zundertse gemeenschap, erkent hij. ,,Maar ik woon nu natuurlijk in Utrecht. Ik ben de afgelopen jaren een paar keer gaan kijken en iedere keer was ik weer ontroerd. Vooral de laatste keer. Toen heb ik me voorgenomen: voortaan gaan we weer ieder jaar. Zundertser dan het Bloemencorso kan het haast niet.”




Terug naar begin Terug naar boekinformatie naar volgendeNaar volgende schilderij/verhaal