Jan de Bruijn
Geboren in Rijsbergen, 1958
Muzikant
Woont in Zundert
,,Als ik op het podium sta, dan kan ik zomaar ineens verschrikkelijk gelukkig zijn", zegt Jan de Bruijn. Dat is te zien. Of hij nu optreedt met een internationaal bekende band of met leerlingen die hij nog aan het begeleiden is, het genoegen straalt van hem af. In Zundert is hij wereldberoemd, daar buiten kennen nog steeds te weinig mensen zijn kracht als bluesmuzikant. ,,Het lijkt wel op Zundert me op de een of andere manier vasthoudt."
,,Ik hou van Zundert, voel me een Zundertenaar, heb altijd affiniteit met het dorp Zundert gehad, ook al ben ik in Rijsbergen geboren. Ik hou ook van Rijsbergen. Ik ga geregeld terug naar mijn oude buurt, de Kruispad. Dan ga ik met mijn oude schoolvriendjes een biertje drinken. Ik vind dat je nooit moet vergeten waar je vandaan komt. Maar op muziekgebied zou ik best iets verder willen komen, althans bekender willen worden."
,,Hou me ten goede, hier in Zundert en Rijsbergen heb ik een geweldig publiek om voor te spelen. Hier heb ik zelfs een beetje een ander repertoire dan op andere plaatsen. Sommige nummers komen bij ieder optreden terug, Suspicious Minds bijvoorbeeld, of Morning Dew, ze kunnen er hier geen genoeg van krijgen."
Jarenlang speelde hij op corsomaandag. Hij had zijn vaste publiek, mensen spraken niet bij een kroeg af, maar ' daar waar Jan de Bruijn speelt'. ,,Toen ik ermee wilde stoppen, kreeg ik te horen: zonder jou kan het niet echt corso zijn! Ik vond het ook heel erg moeilijk, ook voor mij was het een belangrijke traditie, maar ik denk dat je voor de jongeren tijdens het corso toch andere muziek moet gaan spelen."
,,Ik heb altijd muziek willen maken, muziek werd er thuis met de paplepel ingegoten. Mijn moeder had een absoluut gehoor, tientallen van mijn neven en nichtjes maken muziek, mijn zus is zangeres en mijn vader? Mijn vader was Drik de Bruijn.
Officieel was hij veehandelaar, maar eigenlijk was hij muzikant. Iedereen kent hem van zijn Rijsbergse 'liekes' en vooral natuurlijk van 't Tietekot en het Rijsbergs volkslied. Het was een tevreden mens, hij werkte net genoeg om ons een goed bestaan te geven en net genoeg om tijd over te houden voor zijn muziek en zijn trekzak. Je kon zien dat hij zo gelukkig was.
,,Die tevredenheid voel ik de laatste jaren ook in mijzelf. Het heeft lang geduurd voor ik dat evenwicht kon bereiken. Iedereen in Zundert weet dat ik verschillende periodes in mijn leven behoorlijk aan de drank en aan de drugs ben geweest. Ik heb lang gedacht dat ik de drugs kon beheersen, dat ik kon gebruiken en toch kon doorleven, maar zo'n jaar of drie geleden begreep ik dat dat gewoon niet kan. Langzaam maar zeker ben ik uit het dal gekomen. Ik heb me als zelfstandige gevestigd en speel nu niet alleen in verschillende bands, maar ik componeer ook jingles, doe aan bandcoaching en ik geef les. Verder begeleid ik groepen binnen het buurthuiswerk in Breda. Dat zijn vaak pittige groepen, maar die mannekes blijven wel terugkomen, en dat bevalt me wel.
,,Ik heb natuurlijk zelf ook een harde leerschool gehad en nog is het niet allemaal gemakkelijk. Maar terugvallen zal ik niet, dat weet ik zeker. Wat ik allemaal heb meegemaakt, wil ik zeker niet romantiseren. Ik vind het heerlijk om muzikant te zijn, maar laten we eerlijk zijn, veel keus had ik ook niet. Na de brugklas heb ik nog een jaar havo gedaan, daarna ben ik naar de lts gegaan, maar ook die heb ik niet afgemaakt. Daarna ben ik bij Albert Heijn gaan werken en 's avonds maakte ik muziek. Dat verdiende op een gegeven moment beter dan in de supermarkt, dus ben ik maar muzikant geworden. Maar ja, de muziek is een onzekere wereld, dus met de regelmaat van de klok had ik weer een of ander baantje. Ik heb gewerkt als groenteman, als conciërge, als portier - nou zeg maar uitsmijter - bij een stripclub en als vuilnisman. Ook deed ik constructiewerk op booreilanden in aanbouw, dat verdiende goed, maar ja, er waren periodes dat ik heel veel geld nodig had, begrijp je?
,,Desondanks bleef ik me in de muziek ontwikkelen. In Zundert kent iedereen de bands waarmee ik optrad: The Crew, The Gonnabeez en later Double Brown, samen met mijn zus Anneke en haar man Pieter van den Boogaert. De laatste tijd spelen we samen in The Blue Angels, met Kathleen Vandenhoudt en Pascale Michiels, een geweldige combinatie, dit kan het echt gaan worden!"
Op het podium is de warme band van de bandleden duidelijk te zien, ze reageren op elkaar, maken samen muziek. Blikken, lachjes, verstolen pret, elkaar aanvoelen en ondersteunen. Anneke kijkt vaak zorgzaam om naar broer Jan, maar Jan geeft de solo's aan, pakt weer op als het nodig is, geeft seintjes, is op dat moment de leider van de band. ,,Als we optreden doe ik het, maar van tevoren en tijdens de repetities is het meestal Pieter die de zaken voorbereidt."
,,Ik versta mijn vak, dat is in de internationale blueswereld bekend. Daar weten ze wie ik ben en wat ik kan. Ik speelde met Amerikanen als Calvin Owens, met Johny Copeland en Albert Collums uit Texas, met Jerry McCain uit Alabama, met Eddy C. Cambell uit Chicago, maar ook met Raymond van het Groenewoud en met Jo Lemaire. In Nederland speelde ik met Eelco Gellens (van Cuby en the Blizzards), met Kaz Lux en met Kees Schipper. De mannen van BlÆf vroegen me als studiobegeleider op hun cd Watermaker. In Amsterdam weten ze wie Jan de Bruijn is. Maar het gewone publiek kent me niet. Als ik een optreden heb, bijvoorbeeld in Ameland, en ik speel de sterren van de hemel, dat krijg ik daar de reactie: Hoe kan het toch dat we nooit van je hebben gehoord? Dan zeg ik: tja dat weet ik niet.
,, Misschien dat ik aan Zundert vastgelijmd zit. We wonen te veel in het zuiden misschien. En Zundert zelf wil me ook niet loslaten. Dan kom ik in het café van Nest Neefs en dat zeggen ze: Gij moest deze week geloof ik niet spelen, ge staat niet in het krantje. En dan zeg ik: Ja maar, ik heb het hartstikke druk, ik ben de hele week in Barcelona geweest Dan kijken ze me boven hun pilsje aan en dan zeggen ze: Ja, gij wel, ja."