In 1981, hij was toen al lang met Corrie getrouwd, vierde het Gilde St. Willibrordus zijn 300-jarig bestaan. Dit werd gevierd met een Gildedorp en grote festiviteiten met alle Nederlandse gilden. Zelfs minister-president Van Agt kwam naar Zundert. Ads bedrijf was verantwoordelijk voor het grootste gedeelte van de organisatie. Het brak hem bijna de nek, geeft hij nu toe. ,,Eigenlijk was het te veel voor één man."
Want ook de andere opdrachten bleven niet uit. Ad leverde drank, maar ook glaswerk en tafels en stoelen aan de Autour de Vincent, het artiestengala in Rijsbergen, de Acht van Chaam, de feesttent op het Oranjeplein bij het bloemencorso, de Ostaayense kermis en de Havenfeesten in Etten-Leur.
Ad en Corrie vielen van het ene evenement in het andere. Vaak waren de spullen nog niet droog, of ze moesten al weer worden opgeladen voor het volgende evenement.
Corrie voerde de administratie. Het personeelsbestand was uitgegroeid naar veertien personen, aangevuld met de nodige vakantiekrachten en nog werkten zij en Ad zich een slag in de rondte. Het succes had echter wel consequenties voor Ads inzet in het verenigingsleven; in 1982 zei hij in één keer gedag tegen alle 17 en clubs waar hij toen lid van was.
Het bedrijf bleef fantastisch lopen. Dat trok ook de aandacht van de brouwerij. In 1991 stapten er twee heren binnen op Klein Zundert, met de beleefde vraag wat of die zaak wel moest kosten? Corrie en Ad keken elkaar eens aan, maar ze besloten niet op het aanbod in te gaan. Per slot van rekening hadden ze net een nieuwe heftruck en een prachtige koelwagen, Corrie's trots, aangeschaft. Maar de brouwerij bleef aandringen en in 1993 werd de zaak toch verkocht.
Daarop volgde een periode van langzaam wennen aan het feit dat de wekker niet was gegaan. Ze gingen eens wat vaker op vakantie, wandelden 's middags naar café Het Anker, sliepen eens wat vaker uit en hielden Zundert in de gaten.
Lang heeft Ad die rust niet volgehouden. In 1999 accepteerde hij een rol in Ronja de Roversdochter. Daarop volgde de zomer van 2000 die hij doorbracht in de assortimentstuin, als algemene oppas bij theaterfestival Shakespearement, en zo wisten heel wat instellingen hem weer te vinden.
Vanwege het Van Goghjaar meldde hij zich als zo veel andere Zundertenaren als vrijwillig gids bij het Cultureel Centrum Van Gogh. En passant was hij ook een van de mensen die zich bemoeiden met het op volgorde leggen van het Van Gogh-archief. Zo breidde zijn kennis over de vroegere dorpsgenoot zich steeds verder uit. Vanwege die kennis maar waarschijnlijk ook vanwege zijn imposante gestalte werd hij graag door de media gebruikt als gids bij rondleidingen voor radio en televisie. Zo'n 150 rondleidingen heeft hij gedaan, waarbij hij zo'n 50 nationaliteiten aan zich voorbij zag trekken. Desondanks raakte Ad niet gauw onder de indruk. De onbeschofte leden van een Amerikaans televisiestation zette hij met plezier op hun plaats.
Vrienden en kennissen verbaasden zich, dat Ad zich op de televisie in goed verstaanbaar Nederlands uitdrukte. Zelf vindt hij dat heel normaal. Zunderts spreek je met Zundertenaren, vindt hij.
Hij vindt Zundert heel erg bijzonder. ,,Vanwege dat altijd overheersende bloemencorso. Dit dorp heeft een drang om te presteren. Als ik in Rucphen geboren was, wat zou ik dan veel tijd over hebben! De mensen doen hier ook tegendraadse dingen. De gemeenteraad heeft hier drie vergaderingen nodig om iets te beslissen waarvan iedereen weet dat het al in de commissie is besloten. En de mensen weten veel van elkaar. Echte Zundertse mensen, althans. Als ik hier met Frans Dam zit, en we zien iets, dan hoeven we niet veel te zeggen. Een half woord is genoeg. Omdat ik zo veel mensen ken, hoor ik heel veel kwesties van twee kanten. Dat is een stukje macht dat ik zou kunnen gebruiken. Maar de kunst is om daar nou net niets mee te doen."